Het project “de noordenwind en de zon in het Limburgs” wil verspreid in de provincie Limburg het dialect van 10 steden en 10 dorpen vastleggen door een goede dialectspreker een fabel van Aesopus te laten vertellen, namelijk ‘De noordenwind en de zon’. Deze fabel is wereldwijd in een aantal dialecten en talen vertaald. Dat is bijvoorbeeld al gebeurd voor de Franse dialecten en voor enkele Italiaanse dialecten. Variaties vzw wil dat voorbeeld volgen door in de provincie Limburg een pilootproject op te zetten. Later kunnen ook andere provincies bevraagd worden met de opgedane kennis van het pilootproject.

De fabel wordt gebruikt door IPA (International Phonetic Association, zie verder) om allerlei taalvariëteiten te illustreren: “The fable is made famous by its use in phonetic descriptions of languages as an illustration of spoken language. In the Handbook of the International Phonetic Association and the Journal of the International Phonetic Association, a translation of the fable into each language described is transcribed into the International Phonetic Alphabet. It is recommended by the IPA for the purpose of eliciting all phonemic contrasts.

De fabel luidt als volgt: “De noordenwind en de zon waren erover aan het redetwisten wie de sterkste was van hun beiden. Juist op dat moment kwam er een reiziger aan, die gehuld was in een warme mantel. Ze kwamen overeen dat degene die het eerst erin zou slagen de reiziger zijn mantel te doen uittrekken de sterkste zou worden geacht. De noordenwind
begon toen uit alle macht te blazen, maar hoe harder hij blies, hoe dichter de reiziger zijn mantel om zich heen trok. Uiteindelijk gaf de noordenwind het op. Daarna begon de zon krachtig te stralen, en hierop trok de reiziger onmiddellijk zijn mantel uit. De noordenwind moest dus wel bekennen dat de zon van hen beiden de sterkste was.” Variaties vzw heeft als test de fabel laten opnemen in het Ieperse dialect en op internet blijkt ook al een opname van het Gents (uit 2007) te bestaan (http://aesoplanguagebank.com/nl.html) .

Voor het Franse project is op de kaart in Parijs de Franse vertaling te vinden, in de rest van de plaatsen op de kaart hoor je de lokale dialecten en talen (zoals Baskisch of Bretoens). Vlaanderen beschikt wel al over een gesproken corpus van verhalen, maar dat is heel heterogeen. De verhalen van “Stemmen uit het Verleden” waren bedoeld om syntactisch onderzoek te doen naar dialecten en daarvoor had men vrije gesprekken nodig. Het probleem is dat je daarmee niet altijd gemakkelijk zaken kunt vergelijken. Er bestaat wel vergelijkbaar geschreven dialectmateriaal (bv. Het ‘Dialecticon’ van Winker met De parabel van de verloren zoon of de zinnetjes van de Reeks Nederlandse Dialectatlassen). Voor gesproken materiaal is er in Vlaanderen geen verzameling gesproken dialectfragmenten waarin dezelfde tekst in verschillende plaatsen is verzameld, waardoor de dialecten dus vergeleken kunnen worden. Aangezien Belgisch-Limburg sterk ondervertegenwoordigd is via “Stemmen uit het verleden” maar tegelijk een dicht netwerk van dialectverenigingen heeft, vonden we het logisch om eerst Limburg te bevragen.

Periode

Het project liep van oktober 2019 tot en met september 2020.

Uitvoering

Patrick Slechten en Lien Hellebaut in samenwerking met vrijwilligers. Saartje Steenhoudt (shadesofpinkandglitter) zorgde voor de illustratie.

Met de steun van

Het project kwam tot stand met de financiële steun van de Vlaamse Overheid, Departement Cultuur, Jeugd en Media (provincie Limburg).

Contact

Wil u graag zelf de fabel inspreken in uw eigen dialect, laat ons dan gerust iets weten. Voor meer info over het project, contacteer Veronique De Tier of Lien Hellebaut.